locomotievenloods en werkplaats
De loods bestaat uit twee delen, een hoog gedeelte met een getrapt oplopend dak (60 bij 35 meter) en een lagere loods (85 bij 25 meter) met een plat dak. De hoge hal was bestemd voor de nachtstalling van stoomlocomotieven. Daarvan werden de ketels ‘s nachts warm gehouden, om ze ’s ochtends weer snel gebruiksklaar te hebben. In de hal hingen boven de treinen grote rookkappen. De lage loods was bestemd voor reparaties en onderhoud. De gebouwen zijn aan de kopgevels voorzien van grote dubbele deuren voor de treinen. Beide loodsen zijn voor het onderhoud aan de onderstellen van de treinen voorzien van manshoge gleuven in de vloer, zogenaamde ‘as-kuilen’. In de lage loods zijn diverse ondersteunende functies ondergebracht zoals de nog steeds zogenoemde ruimten ‘lokaal voor nachtstokers en poetsers’ en een ‘werkliedenlokaal’. Om de werkzaamheden in de hallen niet te belemmeren hebben beide hallen grote overspanningen. De hoge loods heeft een voor die tijd grote vrije overspanning van 35 meter, lopend van zijgevel naar zijgevel. De vorm van de ijzeren geklinknagelde spanten wordt een vakwerkkniespant genoemd. In de verticale delen van het getrapte dak is glas opgenomen. De constructie van de lage loods heeft een overspanning van 25 meter en is uitgevoerd als een vakwerkligger met boogconstructie. In de gevels zijn de ruimten tussen de draagstijlen opgevuld met metselwerk en metalen kozijnen. De gebruiksgeschiedenis van het gebouw is nog steeds afleesbaar, bijvoorbeeld in tekstborden met aanduidingen voor het personeel.
Wijzigingen (Bouwperiode 1, 2, 3 en 4)
Al in de jaren twintig is het kantorendeel uitgebreid en is de indeling aangepast. Inslagplaatsen van kogels in de gevel getuigen van gevechtshandelingen uit de Tweede Wereldoorlog. De hoge loods is tot 1957 in gebruik geweest als nachtstalling. Daarna zijn de loodsen alleen nog in gebruik voor onderhoudswerkzaamheden. De rookkappen zijn verwijderd en meerdere ‘as-kuilen’ dichtgemaakt. Daarna volgt een periode van leegstand. In opdracht van de Stichting BOEI is de gevel naar een ontwerp van Movares, in 2012-2013 gerestaureerd. Sinds kort heeft de loods weer gedeeltelijk zijn oude functie als onderhoudsloods voor treinen terug.
Waardering
De monumentale loods is voor de treinreizigers een in het oog vallend beeldmerk voor Roosendaal als spoorstad. De locomotievenloods heeft een hoge cultuurhistorische waarde als aansprekende herinnering aan het stoomtijdperk. Het grote formaat, de grootse overspanning constructies, de industriële architectuur en de materialisering zijn uitzonderlijk waardevol en uniek voor Nederland. De loods is waardevol als vernieuwend gebouw in zijn tijd. De interieurs van beide hallen, met name de hoge getrapte hal, is waardevol vanwege de indrukwekkende ruimtelijkheid en lichtinval.
Maak jouw eigen website met JouwWeb